Guide2Run

Alle passie en liefde voor hardlopen!

Sporttest SportAssistance 2022

Alle blogs,Eigen verhalen

Sporttest SportAssistance 2022

Sporttest SportAssistance 2022 voorkant

Vorige week donderdag 20 oktober heb ik weer een jaarlijkse sporttest gedaan bij SportAssistance in Breda. Ik doe altijd een MILA sporttest, specifiek voor middellange afstandslopers. In zo’n MILA sporttest komt van alles aan bod. Zo wordt er gekeken naar je cardio, maar ook kracht, vermogen en explosiviteit. Zo’n sporttest is altijd handig om meer inzicht te krijgen in de nieuwe hartslagzones en om te zien wat je sterke en zwakke punten zijn. In dit blog ga ik jullie daarom ook meenemen in de evaluatie van mijn sporttest.

Sporttest

Nu ga ik jullie meenemen hoe ik per onderdeel gepresteerd heb en of dit een verbetering is vergeleken met vorig jaar.

Biometrie

Sporttest SportAssistance 2022 biometrie

De biometrie gaat over je lichaamssamenstelling, zoals lengte, gewicht, BMI, etc. Tijdens het weegmoment woog ik 60,6 kg, een beetje hetzelfde als vorig jaar. Het grappige is dat ik 2 jaar geleden maar 57 kg woog. Dat was voordat ik krachttraining begon te doen, dus in de tijd heb ik wat meer spiermassa gekregen. Mijn vetpercentage was 6,3%, wat 1% hoger is dan vorig jaar. Zelf vraag ik mij nog steeds af waardoor dat komt, misschien iets ongezonder gegeten vergeleken met vorig jaar? 🙂 Maar voor nu heb ik alsnog een gunstig vetpercentage als atleet. 

Spiervermogen

Sporttest SportAssistance 2022 spiervermogen

Om het spiervermogen te bepalen moest ik bankdrukken met armen en benen. Hierbij werd er naar het maximaal behaalde wattage gekeken. Als MILA atleet heb ik niet zo krachtige armen. Bij het bankdrukken haalde ik 210 Watt en bij het banktrekken 288 Watt. Vergeleken met vorig jaar is dit een beetje hetzelfde gebleven. Maar het vermogen in mijn benen is wel meer vooruit gegaan. Dit jaar had ik een gemiddeld vermogen van 448 Watt (7,4 W/kg), dit was vorig jaar 413 Watt (6,9 W/kg). Het vermogen zegt vooral iets over de snelheid en het kunnen versnellen tijdens een race. 

 

Ook moest ik op een buikspierapparaat zoveel mogelijk gewicht in 10 herhalingen vol kunnen maken. Op dit apparaat moest je een soort sit-up naar voren maken, zodat het gewicht omhoog kwam. Vorig jaar lukte het mij om maximaal 2 herhalingen op 70 kg vol te maken. Dit jaar kwam ik net iets verder, 3 herhalingen op 75 kg. De buikspieren zijn dus iets sterker geworden.

Cardiovasculaire kwaliteiten

Sporttest SportAssistance 2022 cardiovasculaire kwaliteiten anaerobe drempel verhogen met hardlopen en bepalen

Een van de leukste en belangrijkste aspecten van dit sportonderzoek is het cardiovasculaire gedeelte. De metingen zijn hierbij gedaan op de loopband. De loopband werd steeds sneller gezet, totdat je niet meer verder kon. Allereerst werd de loopband per 5 minuten op verschillende snelheden gezet, namelijk 12,5 km/h, 14 km/h, 15,5 km/h en 17 km/h. Als de 5 minuten om waren werd het lactaat uit je bloed gemeten. Na de laatste 5 minuten op 17 km/h, werd de loopband per minuut met 1,5 km/h opgevoerd.

 

Dit jaar kwam ik tot 35 seconden op 23 km/h, wat vorig jaar 5 seconden korter was. Een beetje hetzelfde gebleven dus. Wel is de conclusie dat ik iets minder snel verzuur dan vorig jaar. Mijn aerobe drempel lag op 14,7 km/h, dit is nu 15,1 km/h. Mijn anaerobe drempel lag op 17,2 km/h en dit jaar op 17,3 km/h. Wat ook opvallend is, is dat mijn piekhartslag dit jaar hoger is dan vorig jaar. Dit jaar was deze 182 en vorig jaar 179. Het gekke is dat mijn Vo2max dit jaar lager is dan vorig jaar. Dit jaar is deze 68,0 ml/kg/min en vorig jaar 69,2. Alsnog is dit verschil niet zo heel erg groot. Het goede nieuws is dit mijn herstelcapaciteit flink omhoog is gegaan. Dit heeft denk ik te maken met dat ik nu al een half jaar pijnvrij train terwijl ik vorig jaar elke maand wel een blessure opliep.

Sporttest SportAssistance 2022 hf zones 2021

Trainingszones sporttest 2021

Sporttest SportAssistance 2022 hf zones 2022

Trainingszones sporttest 2022

Aan de hand van de cardiovasculaire gegevens worden ook je hartslagzones bepaald. Hierboven zie je de verschillen tussen mijn hartslagzones van vorig jaar en dit jaar.

Mijn hartslagzones van vorig jaar waren:

Z1: 124-139

Z2: 140-146

Z3: 147-157

Z4: 158-163

Z5: >163

 

Mijn hartslagzones van dit jaar zijn:

Z1: 123-138

Z2: 139-153

Z3: 154-161

Z4: 162-167

Z5: >167

Zoals je kan zien zijn de verschillen niet zo heel erg groot. Wel is het opvallend dat zone 2 een stuk groter is geworden dan vorig jaar en dat mijn piekhartslag voor training iets hoger is geworden.

 

Sportspecifieke evaluatie

Bij de sportspecifieke evaluatie wordt er onder andere gekeken naar de grondcontacttijd, de paslengte, opvering en pasfrequentie bij het lopen op de loopband. Mijn afzetimpuls was hierbij heel hoog, dus een korte grondcontacttijd gevolgd door een lange zweeffase. Mijn grondcontacttijd was daarom ook aan de korte kant, zo’n 193ms op 18,8 km/h. Ook had ik een vrij hoge opvering, een redelijk lage pasfrequentie (179 spm op 18,8 km/h) en een grote paslengte (176 cm op 18,8 km/h). Dit is allemaal wel een beetje hetzelfde gebleven als vorig jaar.

 

Jumpanalyse

Als laatste onderdeel van het sportonderzoek hebben we een jumpanalyse. Bij de jumpanalyse wordt er gekeken naar de explosiviteit, reactiviteit en elasticiteit.

 

  • Ik begon bij de squatjump, waarbij je vanuit squatpositie met armen in de zij zo hoog mogelijk moet springen. Bij de sprong moesten je benen gestrekt blijven en mocht je je knieën dus niet buigen. Hierbij kwam ik 39,0 cm boven de grond (was vorig jaar 37,5 cm).
  • Daarna moest ik hetzelfde doen dan meer met inzakken en dan pas omhoog komen. Hierbij kwam ik 45,0 cm boven de grond (was vorig jaar 41,0 cm).
  • Vervolgens mocht ik hetzelfde doen en ook mijn armen gebruiken. Ik kwam hierbij 50,2 cm boven de grond (was vorig jaar 47,8 cm).
  • Daarna moest ik de stiffness test doen. Hierbij moet je met gestrekte heup en knieën 10 keer zo hoog mogelijk springen. Mijn gemiddelde was 40,6 cm (was vorig jaar 36,7 cm).
  • Als laatste moest ik de multi jump doen, dat wil zeggen 15 keer achter elkaar zo hoog mogelijk springen. Mijn gemiddelde was hierbij 38,3 cm (was vorig jaar 36,1 cm). 
 

Vergeleken met vorig jaar heb ik alle jumps kunnen verbeteren. Hierdoor is zowel mijn explosiviteit, reactiviteit als elasticiteit verbeterd.

 

Evaluatie

Dat cardio niet meer zoveel omhoog is gegaan en mijn kracht en vermogen juist wel is wellicht een indicatie dat ik relatief beter ben in de kortere afstanden. Dit was goed te merken bij de laatste 5 km wedstrijden die ik heb gelopen.

 

Drie keer heb ik geprobeerd om onder de 15:30 te komen, maar elke keer bleef ik hangen op 15:50. En aangezien ik op de 3000m een tijd van 8:46 heb staan, ging ik ervan uit dat een tijd van 15 laag op de 5 km er wel in moest zitten. Dan geeft dit sportonderzoek toch wel goed weer dat ik voor de langere afstanden (voor mij 5 km of langer) momenteel teveel kracht en snelheid heb en te weinig uithoudingsvermogen om een strakke tijd neer te zetten.

 

Daarom denk ik, zeker na deze sporttest, dat de kortere afstanden (800 en 1500m) gewoon beter bij mij passen. En natuurlijk denk ik dat de langere crossen in het najaar een goede bijdrage leveren aan mijn uithoudingsvermogen. Deze kan ik natuurlijk ook gewoon meer voor de fun lopen, maar het is voor mij zeker niet gek om komend baanseizoen wat meer de focus op de kortere afstanden te leggen.

Wil je het hele testrapport bekijken? Klik dan op de link hieronder:

LucasVanDerLinden-20Okt22-SOMILA.pdf

 

Zie ook:

Tags :

Alle blogs, Eigen verhalen

Share This :

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn
On Key

Related Posts

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *